Interview Logeerhuis & Groepsopvang

Teamcoördinator Marcella vertelt over de meerwaarde van het logeerhuis en de groepsopvang aan de Zuidzijde Haven in Bergen op Zoom.

 

-Wie komen naar de groepsopvang en het logeerhuis?
Cliënten in de leeftijd van 3 tot 23 jaar. De groep is heel divers, we kijken naar welke kinderen passen bij elkaar.
Zo matchen we op (kalender)leeftijd. We hebben cliënten die al ruim in de pubertijd zitten maar qua niveau veel lager zitten. Daarop stellen we ook de activiteiten samen. Zo gaan we met de pubergroep regelmatig naar buiten zodat ze hun energie kwijt kunnen. We gaan dan naar het bos, bowlen of doen een bootcamp. We kijken naar de interesses van de groep. Zij hebben zelf ook inbreng in wat we gaan doen en gaan eten. Dat motiveert hen om actief mee te doen en een leuk weekend te hebben.
De kinderen hebben dan ook vaak echt zin in een logeerweekend en horen van ouders thuis vaak al heel veel over wat ze gaan doen of hebben gedaan. Wij sturen vooraf de planning met de verschillende activiteiten zodat ouders/verzorgers de kinderen kunnen voorbereiden en zij hiernaartoe kunnen leven. Kinderen weten vanaf het moment dat de planning binnenkomt wat ze gaan doen en verheugen zich daar dan ook op!

-Is het alleen opvang of meer dan dat?
We hebben zowel groepsopvang, buitenschoolse opvang als een logeeropvang. We bieden dit op woensdagmiddag, vrijdag en het hele weekend.
We zijn een opvang maar we werken ook met doelen die zijn gericht op ontwikkeling.
Sociale vaardigheden opdoen is bijvoorbeeld een doel. Daarnaast bieden we veel structuur aan. Maar we hebben ook kinderen die problemen hebben met prikkelverwerking: onze begeleiders zijn hier alert op en zetten dan een thermometer in of nemen ze apart als ze zien dat kinderen overvraagd worden in hun prikkelverwerking. De begeleiders stimuleren hen om dit ook zelf toe te passen.
We werken met pictogrammen zodat elk kind op zijn/haar eigen niveau kan begrijpen hoe onze dagstructuur eruit ziet. We schrijven de tijden bij de picto’s en zetten een klok voor kinderen die geen tijden kunnen lezen.

-Hoe ziet een gemiddelde dag eruit?
We werken volgens een vaste structuur omdat de meeste van onze kinderen daar erg bij gebaat zijn. Op een zaterdag komen de kinderen rond negen uur binnen, zetten hun schoenen in de schoenenkast en lopen naar het ‘pictobord’ om te zien wat hoe het programma eruit ziet. We hebben een vrij inloopmoment zodat kinderen even kunnen landen en niet direct overvraagd worden. We hebben veel bordspelletjes, een sjoelbak of een voetbaltafel waar ze gebruik van kunnen maken.
Om 10 uur is er een drinkmoment met een stukje fruit (we hebben een voedingsbeleid). Soms staat er een activiteit op de planning of mogen ze even gamen. Kinderen worden erop aangestuurd om mee te helpen, deze afspraken schrijven we op het bord. Vaak verdelen we de taken zodat het geen chaos wordt. Zo leren ze ook bij te dragen aan de onderlinge saamhorigheid. Bij het eetmoment in de middag hebben we een stiltemoment. Soms zit onze bakactiviteit gekoppeld aan de lunch, ze krijgen dan de mogelijkheid om voor elkaar iets lekkers te maken. Ons voedingsbeleid en de planning zien toe op een gevarieerd en gezond dieet.
Na de lunch begint onze activiteit, afhankelijk van onze planning en de groepsindeling. Dan moet je denken aan T-shirts bedrukken, in ons gymlokaal gymnastiek oefeningen doen, een danswedstrijd of we gaan naar het strand. We houden rekening met ieders niveau en eventuele (fysieke) beperkingen. We wisselen dit af afhankelijk van de weersomstandigheden en de groepssamenstelling. Soms zit er een competitie element in om de kinderen te motiveren, maar soms moeten ze ook leren samenwerken. Er zitten dus altijd leerzame elementen in.

-Wat is de kracht/meerwaarde van jullie begeleiding?
We zijn een organisatie voor kinderen die soms iets meer sturing nodig hebben waardoor ze niet altijd de juiste aansluiting vinden bij kinderen die dit minder nodig hebben. Juist die professionele aansturing is belangrijk in de ontwikkeling van deze kinderen, dat is onze meerwaarde.”
We laten kinderen bewust de verbinding zoeken met elkaar door ze bijvoorbeeld met elkaar een activiteit uit te laten voeren. Of ze aan de hand van een schilderij dingen over zichzelf te laten vertellen zodat ze elkaar leren kennen. Tijdens de eet- en drinkmomenten brengen we verbinding aan door gesprekken over bepaalde thema’s op gang te brengen.
Kinderen herkennen hun beperkingen bijvoorbeeld vaak ook bij de andere kinderen die bij ons komen. Dit gaat niet met woorden, maar met gevoel. Kinderen voelen soms in de maatschappij dat zij net niet altijd evenveel aansluiting vinden bij kinderen die geen extra begeleiding nodig hebben. Bij ons voelen ze die aansluiting wel, ze herkennen elkaar en voelen zich vrij om te vertellen wat ze hebben omdat ze niet de enige zijn die iets heeft. Ze voelen zich met elkaar verbonden.
Er ontstaan ook vriendschappen met elkaar op de groep en buiten de groep.
Daarbij bieden dezelfde begeleiders die op de groep staan, ook ambulante begeleiding thuis of 1 op 1 begeleiding. Dit is van grote meerwaarde omdat deze kinderen (bijvoorbeeld bij autisme) gebaat zijn bij dezelfde begeleiders en vaste gezichten.
We hebben daarnaast een uitgebreide intake waarbij we kijken naar alle beperkingen die mogelijk spelen in de communicatie met het kind. Onze systeemtherapeut en orthopedagoog kijken mee naar wat er nodig is in de begeleiding. We overleggen dit ook met ouders tijdens of na een intake. Ouders staan in onze bereikbaarheidstelefoon voorgeprogrammeerd zodat zij eenvoudig te bereiken zijn bij (acute) vragen.

-Meestal zien jullie de kinderen voor langere periode in hun leven, welke veranderingen zie je na verloop van tijd?
We zien gaandeweg de kinderen groeien in wat ze kunnen. Soms komen ze heel onzeker en timide binnen en groeien ze toe naar iemand die zelf initiatief neemt tot contacten.
Sommige kinderen kunnen soms letterlijk maar een paar woorden zeggen of hebben nog veel 1 op 1 begeleiding nodig. Na verloop van tijd zien we deze kinderen zich ontwikkelen tot ze in de groep mee kunnen draaien.
We zien dat kinderen naar elkaar gaan vragen als hun vriendjes/vriendinnetjes er soms niet zijn. Ze willen dan bij ziekte of afwezigheid vaak een tekening of iets anders maken om dit aan de ander te geven. Ze voelen zich echt met elkaar verbonden.

-Welk advies heb je voor ouders die het moeilijk vinden om hun zoon/dochter op een logeer/groepsopvang te plaatsen?
Sommige ouders kijken naar onze opvang vanuit een legitieme angst “schiet ik tekort als ouder door mijn kind naar een gespecialiseerde opvang te brengen?”
Wij begrijpen deze angst en gaan daar respectvol mee om. Zo hebben wij wen-momenten voor de kinderen om op onze groep te komen kijken en mee te ervaren hoe onze groepen zijn.
Wij bieden daarbij ook wendagen voor nieuwe kinderen en bereiden de huidige groep kinderen voor op hun komst. Dit doen we omdat we weten dat deze kinderen soms net iets meer aandacht en (schakel)tijd nodig hebben.
Regelmatig hebben wij hele positieve feedback vanuit ouders en kinderen zelf over hoe zij onze logeerweekenden en groepsopvang ervaren. Dit blijkt ook uit de jaarlijkse cliëntevaluaties die we doorgaans boven een 8.0 scoren.
Ons advies is dan ook ze eerst te laten ervaren, de eerste keer is altijd even spannend maar onze ervaring is dat dit al heel snel goed gaat met elkaar.