Ouders/verzorgers worden gecoacht door het contactmoment voor- en na te bespreken aan de hand van werkkaart 3, Goed Genoeg Ouderschap. Ouders/verzorgers krijgen handvatten aangereikt en worden gestimuleerd om aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind. Belangrijk aandachtspunt is dat de het kind zich gesteund voelt door ouders/verzorgers om in verbinding te kunnen zijn. De obstakels die een belemmering vormen voor de omgang of de verbinding tussen ouders/verzorgers en kind worden weggenomen of verminderd.
Het traject begeleide omgang draagt eraan bij dat het kind en de ouders/verzorgers vanuit de gekozen contactvorm hun relatie kunnen herstellen, ontwikkelen en uitbouwen. Dit kan op verschillende manieren. Zo wordt er gestart met begeleide omgang om de relatie/verbinding tussen ouders/verzorgers en kind op te starten en inzichtelijk te maken, waarbij de ouders/verzorgers gecoacht worden in het contact met het kind. Daarnaast worden deze contactmomenten besproken tijdens de ouderbegeleidingssessies. Wanneer er bij het kind extra ondersteuning nodig is ter voorbereiding of na afloop van het contact met de ouders/verzorgers kunnen er kindgesprekken ingezet worden. Tijdens de kindgesprekken wordt er stil gestaan bij de beleefwereld van het kind in het contact met de ouders/verzorgers en wordt de behoefte in het contact met de ouders/verzorgers zichtbaar gemaakt. De kindgesprekken kunnen gevoerd worden door de ambulant begeleider die het traject begeleidt.
Daarnaast kan er ondersteund worden in het contact tussen ouders/verzorgers onderling. Een eerste stap is open communicatie. Ouders/verzorgers moeten bereid zijn om met elkaar te praten over de behoeften en gevoelens van het kind, zonder hun eigen conflicten op de voorgrond te plaatsen. De communicatie tussen ouders/verzorgers kan op verschillende manieren vormgegeven worden, welke passend is bij de situatie. Wanneer fysieke communicatie tussen ouders/verzorgers (nog) niet wenselijk of haalbaar is, kan dit op een andere manier vormgegeven worden. Hierbij valt te denken aan communicatie met een tussenpersoon, wat niet de voorkeur heeft. Daarnaast kun je denken aan communicatie per app, mail of andere vormen. Dit helpt om een omgeving te creëren waarin het kind zich veilig voelt en vrijuit kan spreken.